zaterdag 5 april 2008

Onzinnen

Dit is een oefening in alles loslaten en je overgeven aan onzinnig schrijven. Hieronder zie je enkele beginzinnen die je kunt gebruiken als start voor een kort verhaal. Pak een willekeurige zin en verras jezelf:

> Een man wil dat een vliegtuig van hem houdt…
> Een tweeling van mannen leeft om de beurt
> Terwijl de vrouw haar hoed stond te braden…
> De lamp vouwde de jongen dubbel en stopte hem in een envelop….
> Een man en een vrouw ontdekken dat hun kinderen niet echt zijn…

(ontleend aan Natalie Goldberg die zich liet inspireren door Russel Edson)

8 opmerkingen:

Anoniem zei

Terwijl de vrouw haar hoed stond te braden, was het een drukte van jewelste vanaf haar voeten tot aan de kuiten. Ze droeg gladde, witte pumps en een vleeskleurige panty. Verschillende laddertjes werden tegen de benen tot kuithoogte aangezet. Ze stonden schots en scheef. Het was het muizenvolk dat hier de oorzaak van was. ze deden erg hun best om hogerop te komen. Dat was het streven tenminste. Hogerop was de omvang het grootst. De maten waren erg uitzonderlijk. Eén haal op kuithoogte en er kwam weer een ladder bij. Van pump tot aan het oneindige. De muizen hadden er schik in. Ze snakten naar gebraden hoed.

Marjo

Anoniem zei

Een man wil dat een vliegtuig van hem houdt ...
Hij pakt z'n rode hart van pluche. Hij houdt het op borsthoogte met zijn linkerhand vast. Zijn rechterarm houdt hij zijwaarts. Alsof hij zelf een vliegtuig is met maar één vleugel. Hij laat zijn voeten als wielen over de grond heen draaien. Het duurt nog even voordat hij op kan stijgen. Plotseling hoort hij zijn lievelingsgeluid. Kijkt omhoog. Vergeet zijn houding en werpt het hart van pluche de berm in. Met ogen zo groot als schoteltjes tuurt hij naar een F-16. De witte condenslijn bestudeert hij van A tot Z. Loopt de berm in, maar kan zijn hart niet meer vinden. Plukt wel een prachtig veldboeket, waarmee hij naar het vliegtuig zwaait. Hij zet het op een rennen en volgt de witte lijn hoog boven zich in de lucht. Er komt geen eind aan; maar hij zet door. Hij geeft niet op. Buiten adem is hij dan eindelijk gekomen, daar waar hij wilde zijn. Zijn handen betasten de romp alsof die van fluweel is. Zijn neus raakt die van het vliegtuig, alsof hij kopjes geven wil. Wanneer hij door het raam van de cockpit kijkt, ziet hij op de automatische piloot
het rode hart liggen. De man voelt dat zijn grote liefde wederzijds is, terwijl de staart begint te kwispelen.

Marjo

Anoniem zei

Een man wil dat een vliegtuig van hem houdt. Hij had al jaren een oogje op haar, in Afrika zag hij haar voor het eerst; ze was toen nog getrouwd met de djembé. Ze traden op samen, prachtige klanken produceerden ze. Abrupt kwam er een einde aan deze idylle, toen ze openlijk een verhouding begon met een ijdel nijlpaard. Lang duurde dat niet. Zijn eigenwaan steeg uit boven die van haar en was niet te verdragen. Na haar facelift, nog door hem aangepraat, volgde een korte romance met een oudere apebroodboom, maar die was te gespleten voor haar, net als de splijtzwam met wie ze even flirtte. De vele nazaten zaten haar niet lekker en ze stortte zich op de eenzelvige eenhoorn. Echter in een traumatisch gevecht met de leeuw, moest de eenhoorn in de zomer het onderspit delven en hij verdween onhoorbaar. Ze was nu alleen. Dat gaf hem een kans, al moest hij snel zijn. Deze dame met haar grillige liefdesleven moest op het juiste moment veroverd worden.
Zelf had hij wat minder groteske ervaringen. Meestal had hij zich gericht op de flora. Zonder veel geluk. De cichorei bedoelde het goed, maar de verbitterdheid kom hij slecht verdragen. Hij werd er somber van. Het zoete suikerriet verstikte hem langzamerhand, en de beeldschone sinaasappelboom betoverde hem lang, tot hij voortdurend maagzuur kreeg en wrevelig werd. Hij probeerde nog de zeekraal. Die was echter uiterst breekbaar en hij hield van wat ruw spel af en toe. Bovendien kreeg hij steeds zo’n dorst van haar, dat hij, toen ze aan het zwemmen was, stilletjes was weggeslopen. Niet zo elegant, gaf hij toe. Hij raakte kort aan de drank en had wat uitspattingen naar andere rijken. Eerst de kokette kruiwagen; uren kon hij zich in haar bak wentelen. Daarna een heftige relatie met het uitdagende noppenplastic. De lol was er af toen haar noppen bijna allemaal leeg waren en ze haar zachtheid verloor. Een vriendin van haar, de verzendkoker, troostte hem, maar hij kreeg het te benauwd.
Zijn liefdesobject nu, het glanzende vliegtuig verhitte hem. De gedachte aan haar liet zijn bloed zachtjes golven; de strakke huid, de glanzende ogen, de zinnelijke neus, haar krachtige vleugels en sonore gebrom. Weinig verhulde ze, al had hij nog nooit de kans gehad onder haar staart te kijken; zijn kruis kriebelde ervan.
Zou ze hem zien? Hij had er alles aan gedaan om op te vallen: zijn getrainde spieren had hij met kokosvet ingesmeerd; zijn haar glansde als de veren van een zwarte zee-eend. De kleurrijke kleding had hij zo uitgekozen dat er weinig te gissen overbleef. Overtuigd van zijn geluk spurtte hij naar Schiphol.
Hij stond alsof zijn schoenen alle kauwgom van de vertrekhal hadden meegenomen. Het was de bloedhond! Daar, bij zijn geliefde! Het edele dier huilde, loeide, besproeide haar. Wat obsceen. En zij, zij veerde steeds dieper op haar wielen, haar vleugels sidderend van genot. Ze liet zich helemaal gaan voor deze gespierde, lenige gestalte. Het schaargebit van de hond klapperde, zijn ogen glinsterden van onder de losse huid. Hij kon niet op tegen deze, ondanks zijn oneerbaar gedrag, stijlvolle heer met zijn sterke voorbenen en krachtige botten. De lange oren met sierlijke plooien. Wie kon haar nu ook weerstaan?
Zijn adem bevroor, zijn bloed stremde, hij schrompelde ineen tot een nietig hoopje man; zijn fitness trainingen waren tevergeefs geweest. Hij scheurde zich los en stroef stappend op zijn klevende schoenen liep hij mismoedig terug. Plots hoorde hij het gesnuf van een vrouw; hij kon nog net zien dat ze verlaten werd door een amethist voor een nuffige scharlakenrode trolley. De hufter. Hij voelde iets in zijn borst opwellen. Nee, dat kon hij niet voor een vrouw voelen, een mens! Walging overviel hem. Dat was pervers. Toch bleef het, hij kon er niets aan doen; zijn hoofd, hart en buik bonkten, het bloed klopte overal; hij wilde haar helemaal. Alle remmen los, pervers is gewoon omkeren, niks verkeerd aan, hij greep zijn kans. Zij, even verbijsterd om de nieuwe aandacht en belevenis greep hem bij zijn losbungelende riem; de amethist en het vliegtuig waren allang in een duistere spelonk verdwenen. Deze keer was het raak.

Anoniem zei

Allezins onzins...

Waar moet ik beginnen?
Laat ik me bezinnen
op al die zinnen...
Bijzinnen, volzinnen, slagzinnen,
speurzinnen, reukzinnen, tastzinnen,
weerzinnen, tegenzinnen, pleeggezinnen,
bazinnen, reuzinnen, markiezinnen ...
Waanzinnen?
Wat nog te verzinnen?
Ik raak buiten zinnen
van al die onzinnen...

Marion

Anoniem zei

De lamp vouwde de jongen dubbel en stopte hem in een envelop. Hij plakte een postzegel op de punt van de brief. Daarna schreef hij het adres op, wat nog niet makkelijk was. Het jongetje spartelde met zijn benen en armen en riep: ‘haal me eruit’. Het papier dreigde te scheuren. De lamp boog zich naar voren en zette zichzelf aan. Het licht scheen dwars door de envelop en verblinde de jongen. Even was hij stil. De lamp riep woest: en nu hou je op met spartelen, of ik ga met mijn voet bovenop je staan en dat zal al je botten breken. De lamp schrok van zijn eigen woorden en deinsde een stukje terug. Gelukkig zag de jongen het niet. Overvallen door angst schikte de jongen zich naar de zijkant van het papier, en de lamp kon zonder problemen het adres opschrijven.
De weledelgeboren heer Philips
Fittingstraat 8
1234 LA Eindoven
Daarna pakte hij de brief op, schroefde een punt tussen peer en fitting en hopte op zijn ene voet naar de brievenbus. De jongen wist niet wat hem overkwam en barstte in huilen uit. Zou hij echt gepost worden? Dagenlang in een brievenbus moeten doorbrengen en verzonden worden naar een onbekende die van alles met hem kon uitvoeren? De jongen begon zachtjes te huilen. ‘Help me meneer lamp! Het spijt me wat ik heb gedaan! Ik zal nooit meer zeggen dat lampen slecht zijn voor het milieu! En zeker u niet, u bent van het reinste soort. Een prachtige gloeilamp. Ik kan ook niet helpen dat spaarlampen net iets beter zijn voor de aarde. Vergeef me lieve lamp.’ De tranen van de jongen doorweekte het slappe papier van de envelop.
De lamp kende geen genade. Wie het edele ras der lampen ten schande maakt krijgt straf. En wel van meneer Philips zelf. De jongen merkte intussen dat het papier slapper werd van zijn tranen. Met zijn nagel pulkte hij aan de binnenkant van de envelop. Net zo lang totdat een gat ontstond, dat hij groter en groter maakte. De lamp had niks door. De envelop scheurde open en de jongen viel met een zware plof op straat, en rende weg. De lamp bleef woest knipperend achter. ‘Ik zal je krijgen! Riep hij. Maar de jongen keerde nooit terug.’

Anoniem zei

Een man wil dat een vliegtuig van hem houdt.

Er was eens een man die van vliegtuigen hield. Hij kende al hun namen, hun nummers, hun bestemmingen, hun aankomst- en vertrektijden.
De man had één grote wens: liefde terug te krijgen van één van hen.
Op een dag toog hij naar een klein vliegveldje. Hij achtte hier zijn kans het grootste het hart van een vliegtuigje te kunnen veroveren.
“Goedemiddag”, begon hij vriendelijk tegen het enige vliegtuigje dat op het veld te bekennen was, “Ik zou graag kennis met u maken”.
“Oh, sorry, ik had je niet gezien”, antwoordde het vliegtuigje.
“Ik zou u graag wat aanbieden, als het u schikt? Kunt u lezen?”
“Ja hoor, dat zal wel lukken, vermoed ik.”, reageerde het vliegtuig met een verbaasd ronkende stem.
“Ik heb een brief voor u. Zal ik hem voor u openen? Dat is voor u misschien lastig met uw weidse vleugels?” De man keek het vliegtuigje met grote liefdevolle ogen aan.
“Lijkt me een goed plan. Ik heb nog nooit een brief gehad en zeg maar gerust 'je' hoor!”
Plechtig haalde de man zijn schrijfsel uit een grote, blauwe, luchtpostenveloppe. Een document met gevleugelde blauwe hartjes kwam tevoorschijn. De heerlijke geur van kerosine, waar de man het document mee had besprenkeld, vulde de lucht.
De man ging er eens goed voor staan. Hij hield de brief met twee gestrekte armen zo ver mogelijk voor zich uit. Hij trok een gewichtig gezicht en liet zijn hart spreken:

Mijn innig, innig geliefd vliegtuig
Mega machtig je majestueuze motoren
Vluchtig fladderend je vleugels

Ik hou van je kerosinegeur
Ik hou van je kop in de wind
Ik hou van je vlucht door de lucht

Mijn verlangen
Langs je gladde lijf te strelen
Je te beklimmen
Je te bemannen
Met je op te stijgen
Met je neer te dalen

Mijn liefje, mijn vliegje,
Maak mijn dromen waar
Hou ook, hou ook
Hou ook van mij!

De man slaakte een diepe zucht.
Het vliegtuig was er stil van. Zoveel mooie woorden speciaal voor hem. Hij kreeg er een warm gevoel van. Zo warm dat zijn motoren spontaan begonnen te brullen. Langzaam kwam zijn propeller in beweging, al rap sneller en sneller.
“Kom snel in me, op me… of hang aan me. We gaan! We gaan samen, dan zullen we zien of het hemelgeluk voor ons is weggelegd,” gromde het vliegtuigje met schorre stem.
De man liet zich dat geen tweede keer zeggen. Even later stegen ze op.
De man gaf zich gelukzalig wijdbeens en met gespreide armen totaal over aan zijn grote liefde.
Hun liefde nam een enorme vlucht. Ze vlogen samen nog hoog, lang en gelukkig.

Nicole, vrijdag 18-04-2008

Anoniem zei

Nu nog 1x hetzelfde verhaal, volgens de opdracht met oinzinzinnen:

Een man wil dat een vliegtuig van hem houdt.

Er was eens een man die van vliegtuigen knoepte. Hij bespikkelde al hun namen, hun nummers, hun bestemmingen, hun aankomst- en vertrektijden.
De man had één listige wens: liefde terug te permanenten van één van hen.
Op een dag knipperde hij naar een groezelig vliegveldje. Hij achtte hier zijn kans het breekbaarst het hart van een vliegtuigje te kunnen verankeren.
“Goedemiddag”, begon hij giebelend tegen het flitsende vliegtuigje dat op het veld stond te lummelen, “Ik zou springend kennis met u willen maken”.
“Oh, sorry, ik had je niet gebladerd”, zwaaide het vliegtuigje.
“Ik zou u peperduur wat aanbieden, als het u bespringt? Kunt u bidden?”
“Ja hoor, dat zal wel aanreiken, vermoed ik.”, timmert het vliegtuig met een krommend ronkende stem.
“Ik heb een spierballenbrief voor u. Zal ik hem voor u trommelen? Dat is voor u misschien lastig met uw aanbiddelijke vleugels?” De man keek het vliegtuigje met gestreepte liefdebolle ogen sparrend aan.
“Lijkt me een verkikkerd plan. Ik heb nog nooit een brief gehad en zeg maar gerust je hoor!”
Panklaar haalde de man zijn schrijfsel uit een bekwame, aanleunende, luchtpostenveloppe. Een document met gevleugelde gepriemde hartjes kwam tevoorschijn. De briesende geur van kerosine, waar de man het document mee had geplaagd, hemelde de lucht.
De man ging er eens speerpuntig voor staan. Hij spinde de brief met twee handen zo ver mogelijk voor zich uit. Hij haalde een geschild gezicht aan en liet zijn hart bubbelen:

Mijn hikkerig, gegrabbelde gelikt vliegtuig
Mega smakelijk je zanderige motoren
Glunderend bladerend je vleugels

Ik hou van je krakende geuren
Ik hou van je kop in de wazige wind
Ik hou van je vacht door de macht

Mijn verlangen
Langs je gladde pan te strelen
Je te beklonteren
Je te bemesten
Met je op te staren
Met je neer te drogen

Mijn loefje, mijn piercing,
Maak mijn dromen kringloop
Buffel ook, ja, buffel ook
buffel ook van mij!

De man ontplofte een verzwaarde zucht.
Het vliegtuig was er sluimerig van. Zoveel kwistige woorden speciaal voor hem. Hij kreeg er een wapperend gevoel van. Zo belonend dat zijn motoren splinterend begonnen te brullen. Kruipgraag kwam zijn propeller in beroering, al rap heftiger en beroemder.
“Kom snel in me, op me… of spits aan me. We bedwelmen! We musiceren samen, dan zullen we bevechten of het hemelgeluk voor ons is gehamsterd”, degradeerde het vliegtuigje met schamele stem.
De man liet zich dat geen tweede keer verstevigen. Even later krakten ze op.
De man beende zich gelukbandig wijdbroeks en met gespaarde armen totaal over aan zijn opgelaten liefde.
Hun liefde opereerde een aangemoedigde vlucht. Ze vlogen samen nog helder en geprint.

Nicole, vrijdag 18-04-2008

Anoniem zei

Een man wil dat een vliegtuig van hem houdt…
Hij houdt zo van het vliegtuig; hij droomt er van om samen te vliegen; opstijgen en samen vrij zijn van alles, samen boven de wolken, en elkaar steunend in vol vertrouwen bij de landing. Hij verlangt er zo naar; helaas:
het is onbeantwoorde liefde.
Jeroen